We hopen dat de weergoden ons gunstig gezind zijn. De afgelopen weken was het in zuid Zweden ca. 20-23 graden, dat is warmer dan in Nederland en ook heel zonnig, met een strak blauwe lucht.

Afgelopen weekend is het slechte weer wat naar het noorden van Europa getrokken. De temperatuur is weliswaar hoger dan bij ons, maar in het zuiden van Zweden is het ook af en toe gaan regenen. In midden en noord Zweden schijnt nog steeds de zon en schommelt de temperatuur tussen de 22 de 24 graden. Bron: www.klart.se/temperatur

'

 

 

 

Eigenlijk is het heel logisch dat het in het noorden veel warmer is dan het zuiden. Op school werd ons al verteld dat warmte opstijgt, dus…..

 

Het begin: van ons huis naar de Zweedse sleurvilla

 

Amsterdam->Travemünde Trelleborg->Löderup

Als je terug wilt naar de homepage, klik dan hier

13-04-02 

Beste vrienden,

Op deze site vinden jullie het reisverslag van onze ‘Nils Holgersson-trip’ van zuid naar noord Zweden en via het midden weer terug.

Op zondag 2 juni vertrekken we uit Amsterdam met onze Mazda CX5 richting Travemünde. We nemen daar om 22.00 uur de boot richting Trelleborg, waar we de volgende ochtend om 07.30 uur aankomen. We doen dit omdat we dan op maandag ‘s morgens de Cabby caravan kunnen halen en dan alle tijd hebben om alles over te pakken. ‘s Nachts hebben we dan op de boot geslapen en de auto, die vol met spullen zit, staat veilig op het autodek.

Na aankomst in Trelleborg rijden we naar Löderup om onze Cabby 620+F3 doublebed sleurvilla op te halen.

NB: BELANGRIJK!
Je kunt een kijkje nemen in de caravan, maar lees eerst goed de tekst hieronder en doe dit stap voor stap, anders werkt het niet.
Als je op die site zit eerst bovenaan op välj din planlösning, dan op double en dan op Cabby 620 F3 double klikken.
Zie hieronder.
http://www.cabby.se/sv/Husvagnar/360-visning/ Als je op deze link hebt geklikt, moet je daarna nog even in het midden bovenaan de foto klikken op: välj din planlösning, daarna op het plaatje met groene balk en de tekst double klikken, en dan op het plaatje met Cabby 620 F3 double.

Als je deze volgorde goed hebt aangehouden, kom je in onze caravan en kun je 360 graden draaien. Niet verkeerd toch, zo’n onderkomen?

De trip van Amsterdam naar Travemünde is 535 km en van Trelleborg naar Löderup is het 69,5 km, zie onderstaande kaart.

Travemunde Trelleborg->Löderup " v:shapes="Afbeelding_x0020_84">

Amsterdam->Travemünde ………. Trelleborg->Löderup

 

 

 

 

 

Met de noorderzon vertrokken

Geplaatst op 10 juni 2013

De eerste week

Zondag
De eerste dagen in ons tijdelijke vaderland zitten erop. Langzaamaan raken we een beetje ingeburgerd.

 

 De reis naar Travemünde ging zeer voorspoedig, we hadden mooi weer en waren al om kwart over drie op de terminal. Toch was het goed om op tijd te vertrekken, want de file aan de andere kant begon ver onder Hamburg en de staart was ca. 60 km verder boven Hamburg. Waarschijnlijk was er ergens iets gebeurd, want er kwam ook een traumaheli overvliegen.
We hebben op de terminal met onze Trangia stormkök (een geavanceerde gasbrander die nooit uit kan waaien) iets te eten gefabriceerd en daarna in de terminalshop nog wat drank ingeslagen.

Om 19.00 uur konden we als allereerste aan boord van de boot, die de toepasselijke naam ‘Nils Holgersson‘ had. We hadden een binnenhut geboekt. Misschien kon de Duitse dame de Zweedse tekst van het biljet niet lezen, of het kwam toch door mijn bruine ogen, maar we kregen een zeer luxe buitenhut aan de voorkant van het schip. Een beetje geluk moet je hebben, toch?

Maandag
Het was prachtig weer in Trelleborg en toen we om 10 uur de caravan gingen halen, kwam er plotseling een slanke blonde Zweedse dame op Marcel toegesneld en ze begonnen elkaar ook nog eens te omhelzen. Het was Pernilla Ohlson, een vriendin van ons en oud-collega van Tineke van IKEA, die in de buurt van Löderup woont en toevallig op dat moment op weg van de supermarkt langs kwam rijden.
Daarna werden we even sufgepraat over alle toeters en bellen van de caravan. Er zijn twee bedieningspanelen die alles elektronisch regelen. De centrale verwarming, de vloerverwarming, de warmwatervoorziening en noem maar op. Normaal kan dat door de vele informatie al ingewikkeld zijn, maar als dat in onvervalst Skånsk gaat (te vergelijken met een Fries die alleen Fries praat, en dan heel snel) kun je op een gegeven moment alleen maar ja, ja, ja zeggen, en denken: dat zoek ik dan wel op in het handboek van de caravan. Zelfs Tineke had soms moeite om te begrijpen waar de caravanverhuurder het over had. Het fietsenrek dat hij voor ons had bedacht, bleek niet bestand tegen onze degelijke Koga e-bikes. Het was zo’n knijper die op een kogel wordt gezet. Hij zou iets beters gaan bestellen, maar dat kon problematisch zijn omdat hier op donderdag Nationaldagen gevierd wordt, de nationale feestdag, en iedereen dan vrij heeft.
Toen hij alle papieren aan ons overhandigde en de sleutels aan Tineke wilde geven, zei Tineke: ‘ruilen?’ Hij kreeg ogen als schoteltjes toen Tineke uit haar tas een grote fles Bokma toverde.
Nou, dat wou hij wel!

Dinsdag
De caravan is in de afgelopen dagen een beetje op orde gekomen, alles heeft een vaste of tijdelijke plaats gekregen. We staan nog steeds versteld van de enorme ruimte die we met al onze spullen niet kunnen vullen. We ontdekken steeds weer ergens een kast die nog leeg blijkt te zijn.
Omdat de caravan zo breed is, (twee en een halve meter), zijn de kasten heel diep. Ook de grote dubbeldeurs koelkast is praktisch als je voor een paar dagen boodschappen wilt doen.

We staan vlak aan zee, lekker ruim, aan de rand van een bos. (Dus niet zo’n hutjemutje camping waar je het kan ruiken als je buurman zijn sokken ‘s avonds uittrekt) Er staat slechts één rij caravans tussen ons en het strand, dat ongeveer 40 meter breed is.


We hebben dinsdag heerlijk geluncht bij Pernilla, die een prachtig vakantiehuis in de buurt van Löderup heeft. Alles met verse kruiden en groenten uit eigen tuin. En wat een prachtig uitzicht over het lieflijke, lommerrijk glooiende landschap van Skåne.

Woensdag
Toen we op woensdag na een lekkere strandwandeling terugkwamen, zagen we in de verte dat er een vent aan onze caravan zat te sleutelen. Toen we dichterbij kwamen, bleek het Håkan, onze caravanboer te zijn. Hij was bezig een prachtig nieuw fietsenrek te monteren. Hij had ons proberen te bellen, maar onze telefoon werkte niet.
Ja, sommige dingen zitten weleens tegen: onze Zweedse telefoon bleek niet meer aan de praat te krijgen te zijn, en na een bezoekje aan een telefoonwinkel in Ystad bleek dat je niet alleen één keer per jaar moet bellen, maar ook ten minste één keer per jaar een minimum bedrag moet doneren aan de firma Telia (de Zweedse KPN). Dat hadden wij dus niet gedaan, dus het betekende dat we een nieuwe SIM-kaart moesten kopen. Dat was balen, want we hebben nu ook een ander nummer gekregen.
Alle mensen die ons Zweedse nummer hebben gekregen, hebben we een sms gestuurd met het nieuwe nummer. Mocht dat bij jou niet het geval zijn, laat het even weten via de mail.

De temperatuur is overdag tussen de 20 en 23 graden, met een knalblauwe lucht. Alleen ’s avonds laat is het soms nog fris. Daarom probeerde ik op woensdagavond, met de gebruiksaanwijzing in de hand, even de kachel op te starten. Je hebt vloerverwarming of niet. Eind van het verhaal, na een aantal mislukte pogingen, is dat er zich een kleine explosie voordeed in de kachel en het lekker naar gas ging ruiken. Er was binnen geen schade te zien, alleen aan de buitenkant van de caravan, in de afdekkap van de luchtinlaat van de kachel, zat een gat van vier centimeter doorsnee. (Ahumm….. Slik…)

Donderdag
Zoals een aantal van jullie weten, werkt Tineke één dag per week voor IKEA. Omdat zij er natuurlijk niet zomaar 3 maanden er tussenuit kan knijpen, heeft zij toestemming gekregen om die ene dag per week met een laptop van IKEA via draadloos internet vanuit de caravan in te loggen op het netwerk van IKEA. Normaal werkt ze altijd op vrijdag, maar nu wilde dat op donderdag doen omdat we vrijdag gingen reizen. Alles is tot in den treuren uitgetest in Nederland, alleen natuurlijk niet de draadloze verbinding via het netwerk van Telia. (Dit bedrijf kun je vergelijken met de Nederlandse Spoorwegen. Als het allemaal meezit en het werkt heb je geluk, anders heb je pech.) Nou het werkte niet, dus Tineke eerst bellen met de helpdesk van IKEA. Die konden er na enig zoeken niet mee uit de voeten en adviseerden om contact met Telia op te nemen. Dat kon die donderdag niet omdat het een nationale feestdag was, dus dat wordt na het weekend. We zijn toen maar naar IKEA Malmö gereden want daar kon ze gewoon via Wi-Fi op het netwerk.
’s Avonds hebben we heerlijk gegeten bij vrienden van ons in Staffanstorp. Het was leuk om Tina, Lars en Sofia weer eens te zien.

Vrijdag
Alles ingepakt en nog even langs de caravanboer gereden, die vandaag weer open is (zou hij die fles al op hebben na die vrije donderdag?). Hij moet maar even naar de kachel kijken. (We hopen maar dat die fles Bokma opweegt tegen de borgsom.) De brander bleek te moeten worden vervangen. Hij heeft die samen met de afdekkap uit een andere Cabby gehaald.
Daarna vertrokken we naar Kristanopel, waar we 3 nachten gaan staan. De camping ligt op een lange landtong in zee. Na ca. 10 kilometer viel op een vrij smalle binnenweg, waar toch erg veel verkeer reed, de linker caravanspiegel van de auto (sh….). Ik was al niet zo blij met die spiegels omdat ze niet goed op de buitenspiegels klemden, maar nu was het echt einde verhaal. Natuurlijk reed er ook nog een grote vrachtwagen achter ons, dus ik verwachte dat er alleen wat glas en plasticsplinters op de weg zouden liggen. Dat viel mee, de spiegel lag keurig in het gras aan de overkant van de weg. Nog geprobeerd de spiegels vast te zetten met tie-wraps en tape, keurig met geel veiligheidshesje aan, maar het bleef knudde. We konden twee dingen doen: doorrijden en ergens een paar goede spiegels kopen of teruggaan. Zonder goede spiegels kun je niet met een caravan rijden, en zeker niet met een 2½ meter brede. Uiteindelijk voor het laatste gekozen, waar we blij mee waren omdat de spiegels, ondanks de tape, gewoon niet goed vastzaten.
Terug bij onze vriend Håkan, die nu ook inzag dat deze spiegels niet deugden voor onze auto, nieuwe spiegels gemonteerd gekregen die het wel goed doen. Uiteindelijk waren we om 19.30 u in Kristianopel (de receptie sloot om 20 uur).

Zaterdag, feest!
Alweer stralend weer, zon en een strakblauwe lucht. Wij gaan inmiddels natuurlijk wel vrezen dat we onze subsidie als blanke minderheid in de Bijlmer kwijt gaan raken.

Vandaag is een feestdag: we zijn 12½ jaar getrouwd. We hebben dat gevierd met lang uitslapen, laat ontbijten, een lange fietstocht naar een visrokerij (die dicht bleek te zijn) en ’s middags een lekkere maaltijd in een echt oud Värdshus, zo’n oude herberg zoals er hier veel zijn, vaak stammen die al uit de middeleeuwen. Je kunt daar heerlijk eten. Het voorgerecht bestond uit flensjes gevuld met hertenvlees en cantarelpuree en daaroverheen een mierikswortelsaus, jamjam. Het hoofdgerecht was ook wild met veel verse groenten en Norrlands potatiskaka (een soort aardappelkoek met blauwe kaas). Tineke at zalm.


’s Avonds hebben we een (knäcke)broodmaaltijd genuttigd. Na het eten koffie/thee en daarna de een fles champagne uit de koelkast getrokken.
We blijven hier tot maandagmorgen dan gaan we weer verder, via Oskarshamn en dan dinsdag op de boot naar Gotland.

Nadere berichten volgen.

 

 

 

Gotland

Geplaatst op 17 juni 2013

We zijn nu twee weken op stap, maar het lijkt inmiddels al veel langer. Op zich hebben we nog weinig spectaculairs gedaan of meegemaakt, maar dat komt ook een beetje doordat we tot nu toe vrijwel alleen bekende plaatsen hebben bezocht. Maar daar gaat na midzomer verandering in komen, als we naar het noorden gaan!

Na vertrek uit Kristianopel (zie verslag vorige week in archief) belandden we op een mooie camping in Oskarshamn. We aten gezellig bij Jan en Wil in Fågelfors en vertrokken dinsdagochtend naar Gotland. Op de boot heeft Tineke gewerkt voor IKEA, want hoewel het prachtig zonnig weer was, mocht zij even niet meer in de zon. Ondanks smeren met factor 50 was het wat hard gegaan de dagen ervoor :-).

Op weg naar Gotland passeer je Blå Jungfrun (Blåkulla), een eiland waar op Witte Donderdag alle heksen uit Zweden heen vliegen om zich een nacht te vermaken met de duivel, waarna ze er weer voor een jaartje tegen kunnen. We zaten aan het raam en konden het eilandje goed zien liggen.

Gotland bestaat grotendeels uit kalksteen en rijst recht op uit zee. Het eiland staat bekend om z’n mooie weer en lijkt in weinig op de rest van Zweden. Er zijn veel zgn. raukar, grillige kalksteenformaties aan de kust. Omdat we 8 jaar geleden alle “sites”al hadden bezocht, hebben we ons dit keer beperkt tot een nieuw bezoek aan Fårö en Visby, en hebben we gefietst. De (eenvoudige) camping ligt bij een groot raukgebied. Ook haalden we vis bij de rokerij in Katthammarsvik (bedankt voor de tip, Jan en Wil), bezochten we een cursist van Tineke die hier met zijn (Noorse) vrouw een vakantiehuis heeft, zagen we de eerste historische stoomtrein van dit jaar vertrekken en bekeken we de nieuwe tentoonstelling van vogelschilder Lars Jonsson (bekend van de Europese Vogelgids).

Het eilandje Fårö is bekend door regisseur Ingmar Bergman, die er woonde. Er is inmiddels een Bergmancentrum ingericht, maar dat hebben we vanwege het mooie weer gelaten voor wat het was. Ook is Fårö het schapeneiland, får = schaap, ö = eiland. Het bekende ras heet gutefår, het Gotlandpelsschaap. Die hebben een grijze vacht in (minstens) 50 tinten grijs :-). We hebben ze prima kunnen fotograferen. Verder bezochten we een Engels cholerakerkhof. Nooit geweten dat de Engelsen tijdens de Krimoorlog op Gotland een marinebasis hadden. We zagen veel raukar en picknickten in de zon aan zee.

Afgelopen zaterdag stond Visby op het programma, de middeleeuwse Hanzestad die op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staat. Omdat het seizoen nog niet is begonnen (start met midzomer), was het er erg rustig. In de zomer daarentegen kun je er over de hoofden lopen. We bekeken wat ruïnes en mooie straatjes, genoten van het zicht op de stadsmuur en hadden nog een leuke ontmoeting. Tineke wilde in een boekwinkel even het boek voor de leeskring kopen (hadden ze overigens niet, is inmiddels elders aangeschaft). Voor de boekwinkel stond een bord over een signeersessie van auteur Anna Jansson die van Gotland komt en wier boeken over Maria Wern zich op Gotland afspelen. Tineke heeft alle tot nu toe in het Nederlands verschenen boeken van Anna Jansson vertaald. De meeste van “haar” auteurs heeft zij persoonlijk ontmoet, maar Anna Jansson niet. Laat die signeersessie nou net op dat moment zijn. Anna Jansson zat gewoon voor de boekwinkel, op straat, te signeren! Dat was dus een erg leuke ontmoeting! Marcel kocht nog een boek dat hij liet signeren, en de foto van Anna en Tineke komt in september op Tinekes website bij de overige ontmoetingen (www.sveatrans.nl). Waren wij blij dat we ons voor het bezoek aan Visby hadden “gekleed”.

Flora, fauna en het weer: we hebben tot nu toe 1 dag regen gehad, verder alleen zon, maar ook wind. Dieren die we hebben gezien of gehoord: o.a. koekoek (met kras in de plaat), hazen, konijnen, schapen, reeën, fazanten, vliegen en muggen. Hoewel de bermen (nog) niet zo uitbundig bloeien als de vorige keer (toen waren we in augustus), stikt het o.a. van de klaprozen, fluitenkruid, boterbloemen, weegbree, koolzaad en lupines, en heeft Tineke ook wilde kamperfoelie geplukt. Dat was toen zij op het terrein naast de camping ging kijken naar de (mooie!) stuga’s, waarvan Schalk en Hetty er binnenkort eentje hebben gehuurd. Wilgenroosje zie je nog niet. Dat komt. Ook aan de bosbessenstruiken en smultronplantjes (wilde aardbeien) zit nog niets.

Eind van de middag vertrekken we vandaag (maandag 17/6) weer naar het vasteland. We overnachten in Nynäshamn (vlak onder Stockholm). Van woensdag – zondag staan we in Tällberg, want eind deze week is het midzomer, en als je dat op authentieke wijze wilt vieren, moet je in Dalarna zijn – de bakermat van de Zweedse kunst en cultuur. De drank gaat die dagen wel in de kluis!

Als laatste: er zijn meer mannen in onze kennissenkring die in de vakantie hun baard laten staan, maar Joris en Floor moeten opa Snor misschien nu toch opa Baard gaan noemen.

 

 

Midzomer en de Hoge Kust

Geplaatst op 26 juni 2013

 

De grootste happening van afgelopen week was de traditionele viering van het Zweedse midzomerfeest – na de kerst de belangrijkste feestdag in Zweden, een feest waar iedereen naartoe leeft. Ook de natuur is geëxplodeerd. Logisch, want als het nu niet gebeurt, gebeurt het nooit. De zomer duurt hier immers maar kort, maar is des te heviger.

Nadat we maandagavond in Nynäshamn van de boot kwamen, zijn we meteen op de camping aldaar neergestreken en de volgende ochtend doorgereden richting de provincie Dalarna. Na een overnachting in Säter bezochten we woensdag eind van de ochtend eerst nog de zgn mannencrèche (gubbdagis) Clas Ohlson in Insjön. Clas Ohlson is een groot warenhuis met vooral mannendingen op het gebied van auto’s, elektronica, enz.

Tegen 3-en kwamen we op de – in januari besproken – camping van Tällberg aan – het gebied waar het met midzomer allemaal gebeurt. Als je niet besproken had, kwam je er niet op. Nadat we de voortent hadden opgezet – dat doen we niet elke keer, want dat is een hele klus – zijn we kennis gaan maken met de buren. Dat bleek een gouden greep, want we hoorden er nu gewoon bij en waren niet (meer) van die rare buitenlanders. ’s Avonds zijn we naar Åkerblads gefietst, een van de beste restaurants van Zweden op smörgåsbord-gebied. We wilden namelijk zeker weten of onze telefonische reservering voor het midzomerbuffet die vrijdag ook daadwerkelijk op de lijst was gekomen, want ook hiervoor geldt: niet al in februari besproken is achter het net vissen. Tot onze verbazing stonden we er gewoon op, wat we gevierd hebben met een drankje in de sfeervolle oude bar aldaar.

Donderdag heerste er in heel Tällberg een verwachtingsvolle sfeer en was iedereen bloemen aan het plukken en z’n huis aan het versieren. Wij trokken er met de auto opuit voor ons traditionele “rondje” rond het Siljanmeer. In Mora kochten we – heel Zweeds – allebei een fietshelm. Soms ga je hier nl. zo hard heuvel afwaarts (Marcel telde eenmaal 52,4 km op het diplay), dat helmpjes ons niet onverantwoord leken. Je rijdt hier trouwens eerder voor gek zonder dan mét fietshelm. Vervolgens verenigden we het nuttige met het aangename: in Mora is het Zornmuseum van de wereldberoemde schilder Anders Zorn – onze favoriet. Het museum heeft twee keer geadverteerd in Sverige Kuriren (ledenmagazine Zweeds-Nederlandse Vereniging, waarvan Marcel hoofdredacteur is) en doet dat wellicht in de toekomst nogmaals, dus Tineke dacht: we gaan de contactpersoon van die advertentie eens even een hand geven. Dat was een bijzonder leuke ontmoeting, die zelfs resulteerde in twee vrijkaarten voor het museum! We bekeken niet alleen de gewone tentoonstelling (hebben we al vaak gezien), maar ook die van de tekenaar van Emil (Michiel van de Hazelhoeve, boeken van Astrid Lindgren) getiteld: Zoveel meer dan Emil. Erg leuk!

Op de camping was het een drukte van belang. We stonden echt hutje mudje, maar dat was geen probleem. Het was een behoorlijk rustige camping, de enige ordeverstoorders waren een groep jongelui die een heel eind van ons af stonden. Sommigen van hen hadden niet eens een tent, ze sliepen op een matje, soms in een slaapzak, anders gewoon in de kleren. Wat ze dan wel hadden? Veel drank en een teveel aan testosteron.

Wilde je niet uit de toon vallen, dan waren een paar dingen van belang: een vaas met een veldboeket en een houten meiboompje op tafel, een bolbarbecue en lampjes op zonnecellen bij bv. de scheerlijnen. Wij hadden alleen geen bbq, verder hebben we ons volledig aangepast. Omdat het zo lang licht is, zijn we om 12 uur ’s nachts bij het meer en op de camping nog foto’s gaan maken. En we waren niet de enigen die buiten liepen!

Vrijdag was het midsommarafton. Netjes gekleed, met de helmpjes op, de heuvel opgefietst. Bovenaan de heuvel zijn behalve Åkerblads nog meer hotels. Klockargården heeft altijd een  tentoonstelling van allerlei handwerkdingen, waar we eerst hebben gekeken. Dit jaar geen leren jasje of linnen kleding gekocht, maar een glazen sieraad en bovendien een glazen waxinelichthouder voor aan de wand (die we de dag erna hebben opgehaald, we waren immers met de fiets). Daarna op naar het buffet bij Åkerblads. Volgens Marcel was het een godvergeten goed smörgåsbord.
Om 15 u begon het opzetten van de mooi versierde meiboom in de tuin van het hotel, gevolgd door de traditionele dansen. Het was prachtig zonnig weer en de sfeer was opperbest. Het personeel liep in prachtige klederdrachten, er was live vioolmuziek en het was erg gezellig.
Daarna waren we – met honderden anderen – aanwezig bij het opzetten van de grote meiboom in Tällberg zelf – een klus die wel een uur in beslag neemt, aangezien die boom heel lang en heel
zwaar is.

 

 

 

 

 

 

 

Daarna met de helmpjes op de berg af en in 1 minuut waren we – zonder trappen – weer op de camping, waar tegen achten een enorm noodweer losbarstte. Het heeft de hele nacht geregend, maar wij zaten lekker binnen in ons luxe trekpaleis (term van broer Frans). De dag erna was het weer zo zo, hebben we ’s ochtends nog droog de voortent afgebroken en zijn we ’s middags bij Green Hotel naar de volgende meiboom gaan kijken. We hebben daar in 2011 midzomer gevierd (en hebben nu een voorlopige reservering gemaakt voor midzomer 2014 aldaar). ’s Avonds alles klaar gemaakt voor vertrek en zondag vertrokken we al om 8 uur in noordelijke richting. Via koffie/thee op een mooie picknickplaats en de lunch bij Glada Hudik in Hudiksvall, arriveerden we om 15.30 uur bij Snibbens Camping in Ramvik, waar we in 2007 een campingstuga hadden gehuurd. We kregen een prachtige plek aan het water toegewezen en Tineke heeft nog even gezwommen. Verder lekker in de zon gezeten.

Maandag hebben we een rondje Höga Kusten gemaakt, een bewegwijzerde autoroute langs alle mooie plekjes. Höga Kusten (de Hoge Kust) is een geologisch prachtig gebied dat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staat. Je bereikt de Hoge Kust via de langste hangbrug van Zweden (1993-1997, 2 pilonen, 4 rijstroken, totale lengte 1.867 m, totale hoogte 182 m, doorvaarhoogte 40 m).

Marcel wilde graag naar Mannaminne – een idioot museum van een verwoed verzamelaar van alle mogelijke spullen, variërend van trams en een JAS Gripen tot een landbouwmuseum, een Chinese tempel en een Noorse staafkerk. We kochten ergens wat lekkers en dronken (onze eigen) koffie/thee op een steiger in een vissersdorpje. We genoten van het prachtige weer en de mooie omgeving. De bermen zijn prachtig, overal lupines. Het is enorm lang licht en om 21.30 uur zaten we nog in de zon, die nog zo warm was dat je eigenlijk moest smeren. Ook al staan we aan het water, er zijn weinig muggen (afkloppen). We blijven hier tot donderdag en vertrekken dan naar Umeå [Úúmejo], 200 km noordelijker, langs de kust, via de E4. Umeå is volgend jaar culturele hoofdstad van Europa en we zijn er geen van beiden ooit geweest. Reden voor een bezoek van enkele dagen.

Vandaag, woensdag 26 juni, is de temperatuur drastisch gedaald tot 18°C. Gisteravond zaten we nog om 21.30 uur te zonnen bij 25°, nu moesten we opeens een lange broek aan. Dat was lang geleden! Wel een mooie dag voor Tineke om een dagje te werken voor IKEA. Gisteren overdag bezochten we de Skuleberg, waar je met een stoeltjeslift naar grote hoogte wordt gebracht en het uitzicht fantastisch is.

 

 

 

 

 

 
We gaan ons zo voorbereiden op ons vertrek morgen. Marcel vult de watertank en leegt de latrine, want ja, je kunt het toilet wel doorspoelen, maar zit dan nog steeds “met de shit”. En water komt ook niet vanzelf uit de kraan, dat moet je eerst bunkeren. Je wordt veel zuiniger met water, en pakt ook niet voortdurend een nieuw glas, dus wat dat betreft is ons verblijf in een caravan ook een beetje back to basics. Heel gezond. Verder zijn we veel buiten, waardoor we allebei behoorlijk gekleurd zijn. We kletsen een beetje met de buren of de campingbaas, verbazen ons erover dat de toiletten en douches zo keurig schoon zijn en blijven, zien alle Zweedse mannen afwassen en de pyromaan uithangen met de bbq, en vermaken ons tot nu toe opperbest. Voorlopig gaan we nog niet naar huis!

 

Umeå, Piteå en Luleå ([Úúméjo], [Pietéjo], [Lúúléjo])

Geplaatst op 3 juli 2013

We zijn nu ruim een maand onderweg, 2332 km van huis (2x de afstand Amsterdam-Stockholm!), maar het lijkt al veel langer en verder. Bovendien is het moeilijk voor te stellen dat de provincies Skåne in het zuiden en Norrbotten in het noorden (waar we nu zitten) bij hetzelfde land horen. En dan zijn we nog niet eens op ons geplande noordelijkste punt, Treriksröset, het drielandenpunt Noorwegen, Finland en Zweden! Dat verwachten we eind volgende week te bereiken. Wel hebben we in de gaten dat we niet alles kunnen doen en/of bekijken wat we zouden willen/wat interessant is. Dan moeten we er nog minstens 3 maanden aan vastknopen…

Heb je trouwens gezien dat er ook in de vorige verslagen foto’s zijn toegevoegd?

Enfin, ons vorige relaas eindigde in de Hoge Kust. Daar vertrokken we de 27e al vroeg. We reden via de E4 in noordelijke richting. Onze eerste stop was een gigantische buitensportwinkel en outlet van o.a. Fjällräven en Naturkompaniet even voor Örnsköldsvik. Wat hadden ze daar ontzettend veel! Nu komt Fjällräven oorspronkelijk ook daarvandaan, maar toch, echt enorm. We zagen veel moois, maar kochten voor de verandering niets. Örnsköldsvik zijn we alleen doorheen gereden, maar we zagen er heel veel megastores. En dat zouden niet de enige zijn de dagen daarna!

Ca. 15.30 u kwamen we aan op de camping in Umeå. Nou ja, camping… Het was een geasfalteerd stuk grond met wat gras eromheen 4 km buiten het centrum van Umeå. De goedlachse Italiaanse eigenaar maakte veel goed, en de gunstige ligging met een fietspad en naast de Ume-rivier ook. Maar er was slechts 1 douche en 1 toilet per geslacht en dat is natuurlijk niet veel. Vervolgens op de fiets (helmpjes vergeten – zitten nog niet in ons systeem) naar het winkelcentrum een paar honderd meter verderop. Bij de supermarkt viel onze mond open van verbazing. Je had er een GPS nodig! We hebben echt nog nooit zo’n grote winkel gezien. Hij is zo groot als de Europahal van de RAI. En een keus, dat wil je niet weten. Hele straten met worst, kaas, knäckebröd, noem maar op. We hebben het de dag erna zelfs gefilmd. De grote AH in Muiden past er 6 keer in! Geen wonder dat de mensen hier in het noorden vaak zo dik zijn. Er is teveel keus. Je kan uit 10 verschillende merken kiezen die elk ook weer alle mogelijke soorten en smaken in het assortiment hebben. En geld hebben ze blijkbaar ook, want het gaat met volle karren de winkel uit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De dag erna zijn we op de fiets naar de stad gegaan (weer de helmpjes vergeten). Eerst naar het toeristenbureau.  Ja, het Västerbottenmuseum was net open en had een mooie tentoonstelling over de Samen (Lappen). En ook het openluchtmuseum ernaast was de moeite waard. Wij erheen. Wat een fiasco. De bewuste tentoonstelling was nog niet open en het openluchtmuseum werd in gereedheid gebracht voor volgend jaar; alle huisjes waren dicht. Want ja: zo was het overal in Umeå. Alles stond in de steigers. De stad is volgend jaar Culturele Hoofdstad van Europa. We waren dus eigenlijk een jaar te vroeg. Nou ja, we konden wel door het openluchtmuseum heen fietsen en wat foto’s maken, maar dat was het wel op cultureel gebied. Studentenstad Umeå is wel uitermate geschikt voor fietsers, o.a. door de brede fietspaden. We hebben trouwens elke keer weer veel bekijks vanwege onze Koga e-bikes.
Ook de dag erna, toen we een autotocht wilden maken langs een gemarkeerde route, vergde dat enig geduld en veel ergernis. Met het nodige speurwerk vonden we de verschillende punten, maar in een kerk die het bezichtigen waard was, was net een trouwerij bezig, de zalmtrap was gesloten voor publiek en in het arboretum belandden we met de auto op een weggetje dat na ca. 2 km steeds smaller werd. Dat bleek een fietspad te zijn, maar dat was aan de kant waar wij erop terechtkwamen niet aangegeven. Keren was onmogelijk, dus zijn we maar
doorgetuft.  Bij een oude energiecentrale hadden we meer succes. We konden opeens aansluiten bij een rondleiding en mochten in het turbinegebouw kijken. We vielen daar echt met onze neus in de boter. Erg leuk en interessant. Op het terrein groeiden wilde bosaardbeitjes. De vruchtjes beginnen inmiddels te rijpen. Ook bloeit het wilgenroosje uitvoerig, terwijl de lupines nu zijn uitgebloeid. Onderweg  kon Marcel weer nieuwe foto’s van een leeg huis aan zijn verzameling toevoegen. ’s Avonds aten we bij het restaurant naast de camping, wat verbazingwekkend goed was.

We hadden nieuwe buren gekregen. Wat Denen, Noren en Zweden. Die Zweden, een stel proleten met een raggarbil (oude Amerikaanse auto) gingen ’s nachts helemaal uit hun dak, hoewel we er weinig last van hebben gehad. Geen muziek, knokpartijen of geschreeuw, alleen ouwehoeren tot 5 uur  ’s nachts. Het tafereel wat we ’s ochtends aantroffen, was echter met geen pen te beschrijven. 

 

 

 

 

 

Overal lege blikjes en flessen, overal spullen, mensen half uit hun tent, de achterklep van die verveloze, roestige Amerikaan half open, op een auto van Duitsers ernaast stond een leeg bierflesje met een bosje bloemen erin, noem maar op. De familie Flodder was er niets bij. We hebben er heel voorzichtig een paar foto’s van gemaakt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Omdat Umeå niet helemaal had gebracht wat we hadden verwacht, zijn we er een dag eerder weggegaan. Op naar Luleå [Lúúléjo].  Onderweg kwamen we langs Piteå [Piétejo], waar we het vermaarde Pite Havsbad met de mooie zandstranden wel eens wilden zien. De zee heeft daar vaak het warmste zwemwater van Zweden en het is daar uitgegroeid tot een soort Zandvoort-Mallorca. Nou, je wilde er niet dood gevonden worden! Gigantische camping met tropisch zwemparadijs, kidsclub en noem maar op. Vreselijk! Verder zag Tineke onderweg een kraanvogel met “jong” (ca. 40 cm hoog). Dat was wél leuk.

We waren al vroeg in Luleå, vonden een mooie camping en belandden op een prachtige plek. Het was de dagen ervoor wat bewolkt en fris geweest, maar nu was het prachtig zonnig weer en fietsten we bij 32°C naar het winkelcentrum. Dit keer wel met de helmpjes op, en dat was maar goed ook, want we moesten deels over een grote(re) weg. Ook dat was weer zo’n centrum met megastores. Ondanks de goede infrastructuur bij het winkelcentrum, dat ruim 1 km lang en 1 km breed is, staat er op een gewone maandagmiddag een permanente file om erin en uitte komen. Er staan een heleboel enorm grote ‘dozen’ van in Zweden bekende winkelketens. Zweden is een rijk land geworden.
Omdat het zulk mooi weer was, besloten we te barbecueën. Het is superlang licht (iets noordelijker heb je de middernachtzon en wordt het helemaal niet donker) en we gaan elke avond veel te laat naar bed. Op de een of andere manier heb je geen slaap.

Maandag had de zon een dagje vakantie. We zijn eerst bij een campingzaak wezen kijken naar onderdelen voor de spiegels, want die caravanspiegels blijft een probleem – niets gevonden. Wel hebben we een lichtgewicht droogmolentje gekocht en een muggengordijn. De caravan is niet van ons, dus we willen niet teveel investeringen doen, maar dit is toch wel nuttig.

De camping heeft wifi, maar die deed het tijdelijk niet en Tineke zou wat werken voor IKEA. Dus op naar een bibliotheek, waar Marcel Tineke heeft afgezet en om 18 uur weer opgehaald. ’s Avonds hebben we plannen gemaakt voor de komende dagen.

Gisteren hebben we culturele een dag gehad. Het was droog, maar bewolkt. We trokken er met de auto opuit. Eerst naar het centrum van Luleå, waar we het VVV bezochten in het cultureel centrum. Een prachtig gebouw. Vervolgens naar het Norrbottenmuseum, waar we een paar schitterende tentoonstellingen bekeken, o.a. over de rendierhouderij van de Samen, de Finse Oorlog en een fototentoonstelling, en alles gratis. Daarna liepen we naar de haven en bekeken we het Norrbottenteater.  Luleå is een enorm culturele stad.

 

We kwamen nog wat mooie (verkeers)borden tegen.

Van rokers die worden verbannen naar een plek uit het zicht, ergens achter op een parkeerplaats.

en een fraai bord waarop staat dat je uitsluitend mag parkeren in het vak met de kleur van je auto.

Wat een grap!
Zouden sommige mensen het serieus nemen?

Vervolgens bezochten we het Spoorwegmuseum. Erg mooi. Belicht de zgn. Malmbanan, de spoorlijn waarlangs het ijzererts uit Kiruna werd vervoerd en die Zweden zijn rijkdom heeft gegeven. Die elektrische locs zijn de sterkste ter wereld, hebben een vermogen van bijna 10.000 pk en zijn wel 35 meter lang.

Wat dat betreft is het gebied waar we nu zitten ook interessant. Bovendien zitten we vlakbij de grens naar Finland, waardoor je hier ook vaak Fins hoort. Het was droog, maar bewolkt. ’s Avonds heeft het even geregend, maar toen deden we de was en keken op tv naar Allsång på Skansen.

Vandaag was het weer heerlijk zonnig en warm en bezochten we eerst het volgende Werelderfgoed, de oude kerkstad van Luleå. Zweden had vroeger veel zgn. kerksteden. Daar was een kerk, waar een paar keer per jaar alle mensen uit de regio naartoe kwamen. Voor kerkdiensten, maar ook voor trouwen, confirmatie, dopen en zelfs begrafenissen (het is hier het grootste deel van het jaar winter, dus de overledenen bleven wel even “goed”). Jongelui leerden er vaak ook hun partner kennen. Men bleef ook in die kerksteden overnachten.

Gammelstad Luleå is de best bewaarde kerkstad van Zweden, met nog meer dan 400 huisjes, staat op de Wereldergoedlijst en is dus heel bijzonder. We hebben er een rondleiding gevolgd. Aardig is ook dat de voor-vorige dominee van de Zweedse kerk in Rotterdam, Lennart Åström, na Rotterdam hiernaartoe beroepen was. Inmiddels werkt hij er niet meer, maar toch. Wel bijzonder. Daarna reden we via een mooie weg en een pontje over de Lule-rivier naar Boden, 30 km noordelijk. Dat was een aardig stadje. Iedereen zat/liep buiten. Op de terugweg reden we nog via Sävast omdat we hadden gehoord dat Lennart daar nu werkte. Daar aangekomen moesten we zoeken naar de kerk. Lennart bleek wel in die plaats te wonen, maar 50 km verderop te werken. Dat ging ons wat te ver. We reden naar “huis” en Marcel werkte aan de foto’s en het blog en zette de fietsen op de auto. Morgen vertrekken we naar Haparanda, de grensstad met het Finse Tornio. Daar gaat Tineke vrijdag een dag aanhaken bij haar collega’s in de meest noordelijke IKEA. Ze moet zich om 8.30 uur melden bij de personeelsingang en heeft die dag een bureau tot haar beschikking. Deze IKEA is bijzonder, omdat-ie de hele grensregio weer in de lift heeft geholpen. Daarover volgende keer meer.

Nee, Tineke heeft nog niet met de caravan achter de auto gereden. Ze mag het wel, maar durft het nog niet. De caravan is immers zo ontzettend breed…

 

 

Hoogste punt bereikt – 2830 km van huis!

Geplaatst op 12 juli 2013

Inmiddels beginnen sommige voorraden op te raken, waaronder de wijn (is inmiddels aangevuld), waardoor de caravan bij vertrek uit Luleå opeens heel anders op de weg lag. Elk nadeel heeft zoals bekend zijn voordeel, dus toen we bij Törne van de E4 afgingen om de lading te verleggen, kwamen we bij een pareltje van een koffietentje waar de eigenaresse net een taart uit de oven haalde. Dat was boffen! Ook proefden we er de eerste smultron (bosaardbeitjes), een smultronställe dus. Met de lading ging het inmiddels beter, evenals met de spiegels. In Luleå had de laatste dag een Deen naast ons gestaan met net zo’n auto als wij en net zulke spiegels, dus Marcel heeft eens even gekeken hoe die vastzaten en onze caravanspiegels op dezelfde manier bevestigd. Probleem opgelost!

In Haparanda was geen camping, dus we moesten de Finse grens over naar Tornio, 2,5 km verder. Ondanks de korte afstand sprak men er geen woord Zweeds. De camping bleek een troosteloos gebeuren met een slecht onderhouden wegennet en

onvriendelijke mensen, maar het sanitair was schoon en we waren ermee geholpen. We reden even terug naar Haparanda om alvast te kijken waar de personeelsingang van IKEA was, en bekeken de kerk (mooi), het station (lelijk) en het verbindingsplein (aardig). Ook vergeleken we de prijzen van de alcohol in Finland en Zweden. Conclusie: wijn is goedkoper in Zweden en sterke drank in Finland. Dat geldt overigens ook voor de benzine en levensmiddelen: goedkoper in Zweden.

Vrijdag heeft Tineke de hele dag bij IKEA Haparanda gewerkt –  een hele ervaring. Aardige collega’s en ze heeft een goed beeld gekregen van wat IKEA voor de hele regio (Noord-Noorwegen, -Zweden, -Finland en -Rusland) betekent. Marcel wist zich ook te vermaken.

We hadden ’s ochtends trouwens nog wat fraais. Finland ligt in een andere tijdzone dan Zweden, het is er 1 uur later. Tineke moest om 08.30 uur beginnen. We hadden onze horloges speciaal niet verzet. De telefoon om 7 uur gezet, maar ja, er nooit aan gedacht dat Marcel z’n iPhone zelf z’n tijdzone verandert. Dus daar zaten we volledig aangekleed om 07.15 uur Zweedse tijd naar elkaar te kijken en moesten we nog een uur wachten voordat Marcel Tineke kon wegbrengen…

Zaterdag vertrokken we in noordelijke richting naar Pajala. Eerst was het bewolkt, maar toen de zon doorbrak, was het meteen zo warm, dat we onmiddellijk naar een korte broek en een T-shirt grepen. We brachten eerst een bezoek aan Kukkola, aan de Torne-rivier, waar nog steeds sik (grote marene) op een bepaalde manier wordt gevangen. We kochten er een warmgerookt visje en aten dat later op een mooie picknickplaats op de Poolcirkel in de zon op. Wat kan het leven toch goed zijn!

 

 

 

Onderweg stond er nog een rendier op de weg. Mooie tocht overigens, prachtig bloeiende bermen, kolkende rivieren, fraaie uitzichten…

 

 

Om 15 u waren we in Pajala. Op de fiets boodschappen doen en lekker gebarbecued op Marcels gevonden barbecue. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het was prachtig zonnig weer en het is 24 u per dag licht. Gelukkig heeft de caravan goede blindeergordijnen, anders doe je geen oog dicht.

Pajala is bij (ons en) veel van onze bloglezers bekend door Mikael Niemi’s hilarische boek Populärmusik från Vittula (in eerste instantie in het Nederlands verschenen onder de fraaie, maar veelzeggende titel Popmuziek uit Kuthuizerveen). Het boek beschrijft de soms gespannen verhouding tussen de Zweden en de Finnen en de ontwikkeling van het dorp in de jaren 1960. Bij aankomst in Pajala dachten we: het valt wel mee, maar toen we de volgende dag de jaarmarkt bezochten – dé happening van de zomer – liepen daar toch wel erg veel uit de klei getrokken inboorlingen rond, bij wie de tijd wat stil was blijven staan. Een soort Staphorst van Zweden. We hadden de dvd van het boek meegenomen en hebben die ’s avonds weer eens bekeken. Interessant. Zeker omdat we de dag erna het Laestadiusmuseum bezochten. Lars Levi Laestadius was botanist en predikant. Zijn geloofsovertuiging heeft nog veel aanhangers in het Noorden, vooral in Finland, en hij was zeer streng in de leer. Dat komt ook in Niemi’s boek (en de film) uitvoerig tot uitdrukking. Goed om er meer van te horen. We kregen een privérondleiding en kijken er nu toch minder zwart-wit tegenaan omdat je er nu meer van weet.

We zijn inmiddels ook in muggenland gearriveerd. In Pajala hebben we ons tot de tanden gewapend – voor zover we dat al niet waren. Maar de muggen in Pajala zijn nog niets vergeleken bij de muggen in Karesuando, daarover later meer!

Omdat de noordelijkste leden van de Zweeds-Nederlandse Vereniging ook in Pajala wonen, brachten we die een interview-bezoek. 

Ook reden we naar Lovvika om de befaamde Lovvika-wantenindustrie te bewonderen. Welnu, die blijkt 10 jaar geleden al failliet te zijn gegaan. Je kon alleen na veel zoeken nog bij twee thuisateliers de Lovvikawanten kopen, wat Tineke dus ook heeft gedaan. Die (witte, geborduurde) wanten zijn gebreid en gevilt, en zijn heerlijk warm in de winter. Het enige wat nog aan de industrie herinnert, is een 3,5 meter hoge want in een vitrine in het dorp.

Ook zijn we nog op zoek geweest naar de beroemde bifurcatie (een rivier die zich in twee afzonderlijke rivieren splitst), maar ook al staat het in elke toeristengids, ter plekke blijkt er weinig tot niets te zien te zijn. Dit gebeurt wel vaker in Zweden.

Dinsdagmiddag deden we de was. Twee trommels tegelijk. Vervolgens bleek de droogkast amper te werken. Lekker! Buiten regende het, dus goede raad is duur. Dingen die per sé droog moesten – zoals het dekbedovertrek – hingen we binnen (in de caravan) op. Het was een fraai gezicht.

Gelukkig werd het ’s avonds laat weer zonnig, waardoor een groot deel van de was – die we toch maar aan de droogmolen hadden gehangen – ’s ochtends droog was. Toen we naar bed gingen, was het dekbed nog wat klam, maar het picknickkleed van IKEA bood uitkomst, heerlijk die fleecekant tegen je huid en de vochtwerende kant tegen het dekbed. Het dekbed legden we ’s ochtends nog even in de zon en na een uur was alles droog en waren we klaar voor vertrek.

Gisteren op weg naar de – via de weg – noordelijkst te bereiken plaats in Zweden, Karesuando. De linkerbuitenspiegel werd er onderweg bijna afgereden door een snelheidsduivel uit Finland en er stonden nog wat rendieren op de weg, maar tegen 14 u arriveerden we heelhuids op de camping.

Maar toen we het portier opendeden… werden we belaagd door honderden muggen. Gelukkig hadden we van tevoren goed ingesmeerd met heavy-duty muggenolie, maar we hebben toch rap de muggennetjes opgezet. Later ging het waaien, en toen was er geen mug meer te bekennen. Maar buiten zitten, zit er even niet in hier. Een lange broek, lange mouwen, kousen, een buff en een petje zijn hier het beste advies, samen met grote hoeveelheden mygga, in de vorm van spray, stick, gel, vochtige doekjes of wat dan ook – als het maar helpt tegen de muggen. Daarnaast dus de befaamde muggennetjes op je hoofd en voor de zekerheid after-bite in je tas. Dan red je het hier wel!

Vandaag stond dan eindelijk het Drielandenpunt, Treriksröset, op het programma. We zaten om 7 uur in de auto en reden in anderhalf uur naar Kilpisjärvi, in Finland. Daar vertrok om 9 uur (Zweedse tijd) een gammel bootje, tot de nok toe gevuld met toeristen, om ons in een half uur naar het wandelpad te brengen, het laatste stuk van Nordkalottleden.
Naar het Drielandenpunt was het vervolgens 3 km heen en 3 km terug lopen over een pad vol stenen en prut, niet gemakkelijk als je niet zo goed ter been bent. De boot terug vertrok weer om 11.30 uur en de volgende pas weer 4 uur later, en er is geen beschutting, wc of bankje e.d. Welnu, we waren blij dat we de boot hebben gehaald, zij het met 1 minuut over, en hebben het drielandenpunt gezien, evenals een paar kuddes rendieren en een zeer fraaie natuur.
Tineke had het gevoel de marathon van New York gelopen te hebben!Dwergberken, een soort toendra, meertjes, sommige natte stukken waren bevlonderd, soms scheen de zon, soms regende het een beetje – maar er waren GEEN muggen!

We zitten nu dus met een voldaan gevoel, zere voeten, een glaasje witte wijn en een paar pinda’s in de caravan aan het blog te schrijven. Morgen maken we nog een dagtocht naar Kautokeino, in Noorwegen, en zaterdag vertrekken we naar Kiruna. Het plan is om daar een aantal dagen te blijven. We zijn er 6 jaar geleden geweest, en het is ons daar goed bevallen. Marcel wil nog graag een keer naar de mijnen van LKAB en Tineke wil graag een dag naar Nikkaluokta. Ook willen we de kerk van Jukkasjärvi nog een keer zien (befaamd altaartriptiek van Bror Hjorth), en nog een keer eten in dat Samische restaurant waar we toen zo verrukkelijk hebben gegeten…

En we gaan nog niet naar huis, nog lang niet…

 

 

Kiruna en Jokkmokk

Geplaatst op 21 juli 2013

Vorige week waren we 5 dagen in Kiruna, een grote stad vergeleken met de nederzettingen waar we daarvoor verbleven. Opeens weer verkeerslichten, geldautomaten en snelheidscamera´s, en Marcel moest zondagochtend toen we van de camping afreden ook al blazen!

Vanuit Karesuando maakten we nog een mooie tocht naar Kautokeino in Noorwegen (via Finland – de landen liggen in het uiterste noorden van Europa erg dicht bij elkaar). Kautokeino ligt lieflijk in een dal aan het water en je merkt goed dat je in Lapland bent, het land van de Samen (let op: Lappen is een scheldwoord). Overal Samische producten en souvenirs, rendierhuiden, rendieren, “kralen” waar de rendieren voor het merken, scheiden en slachten bij elkaar worden gedreven, enzovoort. De Samische kleuren (blauw, groen, geel en rood) kom je ook overal tegen. De mooie klederdrachten draagt men echter alleen nog bij hoogtijdagen, dus die hebben we niet “live” gezien.  We bezochten in Kautokeino het huis en atelier van een beroemde zilversmid, Juhl; een legende daar. Het leek wel een museum.

Ook aten we typisch Samisch.

Tussen Karesuando en Kiruna passeerden we het bord met de tekst: “noordelijkste openbare weg van Zweden”. Er werd uitvoerig aan de doorgaande weg (E45) gewerkt, dus dat schoot niet overal zo op, maar ja: het is er 8 maanden per jaar winter, dus men móét wel in de zomer aan de weg werken.

In Kiruna is maar 1 camping, en het was er aardig druk. We stonden wel goed, alleen werd de camping de eerste twee dagen dat wij er stonden ook bevolkt door een grote groep Roma met een stuk of 7 caravans. Deze mensen houden, zoals we weer moesten ervaren, vaak weinig rekening met anderen en dat is niet altijd zo prettig.

Kiruna is een bijzondere stad. Het is qua oppervlakte een van de grootste gemeenten ter wereld, maar er wonen slechts 20.000 mensen. Kiruna is essentieel voor de Zweedse economie, want daar liggen de ijzerertsmijnen van LKAB. Vroeger werd het erts alleen gewonnen via dagbouw, tegenwoordig gebeurt alles ondergronds. Het niveau waarop men nu delft, ligt op ca. 1300 meter, maar men heeft ook al proefboringen gedaan tot 2000 meter. Er komt per dag zo veel ijzererts uit de mijn – dat tot pellets zo groot als de keutels van een fors konijn wordt gevormd – om 6 Eiffeltorens te kunnen bouwen! Het ijzererts wordt afgevoerd via een speciale spoorlijn, Malmbanan, zie eerdere berichten, en gaat naar Luleå of Narvik (warme golfstroom, dus open haven in de winter). LKAB heeft 90% van de markt van ijzererts in Europa in handen.

Dat ijzererts ligt in een hoek van 60° onder de stad en dat maakt Kiruna nog bijzonderder: de hele stad moet op termijn worden verplaatst, want men delft zijn eigen graf. Dat is natuurlijk een enorme operatie. De eerste “deformaties” zijn al over een paar jaar te verwachten, daarom is inmiddels de spoorlijn omgelegd en gaat volgende maand het oude station dicht. De komende jaren zijn er telkens zones die worden gesloten, als eerste het deel waar het stadhuis ligt. Sommige gebouwen worden verplaatst, zoals de prachtige houten kerk.

Kortom: een stad in beweging.

Eerst hebben we zondagochtend een rondleiding gevolgd door de mijnen. Je gaat per touringcar de mijn in (er ligt 400 km aan ondergrondse wegen, compleet met

kruispunten, verkeersborden e.d.) tot 540 meter. Daar is een compleet bezoekerscentrum met museum en filmzaal ingericht en krijg je in bijna 3 uur een goed beeld van het concern. Een prijzige excursie, maar bijzonder interessant.

We kregen de tip om bij mooi weer buiten naar een bepaald uitkijkpunt te gaan, zodat je het hele mijnencomplex goed kon zien. Dat hebben we ’s middags dan ook gedaan, en dat was waar: je kon mijlenver kijken, tot de besneeuwde toppen van Abisko aan toe. Schitterend!
Maandag maakten we een prachtige tocht naar Nikkaluokta (65 km), een nederzetting aan de voet van de Kebnekaise, de hoogste berg van Zweden (ca. 2100 meter). We bekeken er onder meer de fraaie kerk vol Samische kleuren en voorwerpen van

rendierleer en rendierhoorn. We picknickten in de zon. Later werd het bewolkt, en dat was maar goed ook, want daardoor kwamen we niet in de verleiding een dure helikoptervlucht te maken naar de Kebnekaise (waar je vervolgens maar 5 minuten zou blijven).

Vanuit Nikkaluokta reden we vervolgens naar Jukkasjärvi (80 km), bekend van het beroemde IJshotel. We waren er zo’n 6 jaar geleden in de zomer ook en logeerden toen in het “warme” gedeelte van het IJshotel (want het IJshotel zelf smelt natuurlijk elk jaar). Inmiddels heeft het IJshotel een compleet activiteitencentrum, maar de mooie winkel en de design-receptie waren nu gesloten. Die zijn vermoedelijk alleen ’s winters open. Je kunt er trouwens nu ook in de zomer in een ijskamer logeren. Dat ijs is er immers toch. Dat haalt men in het voorjaar, als het dik genoeg is,  uit de rivier en ligt in grote vrieshuizen ernaast opgeslagen voor het hotel dat men in oktober weer gaat bouwen. Ja, het is er behoorlijk commerciëler geworden.

Het restaurant van het openluchtmuseum was ook al in de zomer gesloten. Jammer, want we hadden er de vorige keer voortreffelijk gegeten. En ook de kerk, met de prachtige schildering van Bror Hjorth was gesloten. Maar dat bleek niet de bedoeling. De sleutelbewaarder was blijkbaar niet komen opdagen. We probeerden het bij vertrek uit Kiruna donderdag nogmaals en hadden toen meer geluk. Hoewel: de kerk was wel open, maar de verlichting op het triptiek was stuk. Nou ja, we hebben het gezien en nog wat foto’s genomen, want die triptiek zit in een van Tineke’s lezingen en het is altijd goed om de info van een lezing wat te updaten.

De camping in Kiruna had ook huisjes en een hotel met restaurant. Tineke heeft een dag in een ruimte van het hotel zitten werken voor IKEA en we hebben in het restaurant een proeverij van Samische delicatessen genoten. Heerlijk!

De laatste dag in Kiruna hebben we in het stadhuis een officiële presentatie van de stadsverplaatsing bijgewoond – erg interessant. Ook bezochten we nog het huis van de eerste CEO van LKAB, Hjalmar Lundbohm, een grootheid die veel voor de stad en haar bewoners heeft betekend. Verder kocht Marcel een nieuwe armband van rendierleer en tinborduursel, en kon hij de verleiding van de elandworst en het gerookte rendiervlees niet weerstaan (sorry, vegetarische bloglezers). Bij de plaatselijke ICA waren trouwens speciale parkeerplaatsen voor sneeuwscooters en stepsledes. Ook zagen we een bord “Bed and sled”.

We konden de laatste dag in Kiruna trouwens zelfs buiten eten ’s avonds. De dagen ervoor was het te koud, te winderig en of te regenachtig geweest, maar nu was het heerlijk.

The secret army of Sweden – de muggen – hield zich vrij koest, maar Tineke ervoer in de douche dat die beesten soms toch op rare plaatsen steken :-). Vast een lesbische mug (want mannetjes steken niet, zegt men).

In de krant lazen we dat er sneeuw (!) werd voorspeld in Noord-Zweden. Reden om op te breken. Inmiddels hebben we langzaamaan de terugtocht ingezet. We zijn immers over de helft van onze sabbaticalperiode. Van Kiruna voerde de tocht naar Jokkmokk (200 km). Onderweg bezochten we de oude waterkrachtcentrale van Porjus

(de nieuwe centrale voorziet LKAB van haar energie – LKAB verbruikt 2% van alle energie in Zweden). Mooi industrieel erfgoed. Bijzonder aardig om te zien. We volgden een rondleiding en kwamen zelfs in de oude machinekamers. Die waterkrachtcentrale was de tweede van Zweden (1915) en was een zeer prestigieus project. Vandaar dat alles het mooiste van het mooiste moest.

Vlak voor Jokkmokk bekeken we nog een kleurrijk kunstwerk van o.a. Lars Pirak op een andere waterkrachtcentrale.

In Jokkmokk belandden we op een mooie camping. Er leidde een breed geasfalteerd en verlicht fietspad van de camping naar het dorp, dus we konden op de fiets boodschappen doen. Lekker buiten eten, maar daarna, toen de zon achter een paar wolken verdween, werd het toch te koud. En er moest ’s avonds licht aan! Dat was lang geleden!

Vrijdag maakten we een dagtocht naar Kvikkjokk (ca. 130 km – in Zweden kijk je niet op een paar kilometer). Onderweg passeerde een prachtig landschap de revue, meren, rivieren, beekjes, bos, moeras, rendieren, besneeuwde toppen – soms leek het wel Zwitserland. We grilden worstjes op een mooi plekje aan het water, heerlijk!


Terug in Jokkmokk zijn we naar de kapper geweest – een Thaise dame die Marcel heeft geknipt en Tineke heeft gekleurd en geknipt. We zien er weer toonbaar uit. En betaalbaar ook, die kapster, inclusief Thaise hoofdmassage!

Gisteren bezochten we een van de mooiste musea die we ooit hebben gezien, het Samenmuseum in Jokkmokk. De hele Samencultuur wordt daar uitvoerig belicht. Zeer de moeite waard.

Vandaag (21/7) zijn we weer verder zuidwaarts getrokken, 300 km, naar Storuman. Daar blijven we een paar dagen. Tineke moet wat dingen op de rit zetten, o.a. voor de belastingdienst en voor een proefvertaling. Bovendien moet er ook weer eens wat worden gedaan voor IKEA. Marcel gaat eens kijken of de auto van buiten en van binnen wat gefatsoeneerd kan worden, want die ziet er niet uit… Alleen nergens een wasstraat te vinden met stofzuiger.

Na Storuman gaan we richting Tärnaby en Tärnamo, waar we Tinekes collega Ruth en haar partner gaan bezoeken.

 

 

Storuman, Tärnaby en Vilhelmina

Geplaatst op 29 juli 2013

Omdat sommige van onze lezers aangeven nooit met ons mee te zullen gaan omdat we veel te actief zijn, hebben we na Jokkmokk een `rustperiode’ ingelast in Storuman. We belandden daar op een prachtige camping met goede voorzieningen, prachtig weer en servicegerichte medewerkers die allerlei leuke tips gaven voor uitstapjes in de buurt.

Ondanks het warme weer heeft Tineke er 2 ochtenden voor IKEA gewerkt en zich 1 ochtend bezig gehouden met de omzetbelasting 2e kwartaal 2013. Want ja, ze had hiervoor begin januari uitstel gevraagd, maar dat niet gekregen, dus de administratieve molen moest ook tijdens de vakantie doordraaien. Marcel wist een stofzuiger te versieren en heeft de hele auto en caravan uitgezogen en de auto laten wassen – die leek weer als nieuw.

´s Middags maakten we een schitterende fietstocht naar wat eilandjes in de buurt en naar de grootste houten kerk van Zweden in Stensele, en reden we op een middag naar een prachtig uitkijkpunt boven Storuman, waar we heerlijk worstjes e.d. grilden op een kampvuurplaats.

Donderdag vertrokken we naar Tärnaby, 130 km naar het westen, richting Noorse grens, om Tinekes vertaalcollega Ruth en haar partner op te gaan zoeken. We hadden gehoord dat er daar dat weekend grenshandelsmarkt zou zijn en probeerden de camping te reserveren. Dat lukte (om die reden) niet. Dan is het hebben van contacten handig, zo bleek. Ruth wist een staplaats voor de caravan te reserveren bij een hotel, op loopafstand van die grenshandelsmarkt en toch uit de drukte. Perfect! Misschien niet zo gezellig, maar verder prima voor elkaar.

De weg naar Tärnaby heet de Blauwe Weg, en die naam doet die weg eer aan. Het was schitterend warm, zonnig weer. Helderblauwe lucht, blauw water, blauwe bergen (met sneeuwtopjes) op de achtergrond – werkelijk een schitterende tocht.

We lunchten samen met Ruth en Bengt-Göran in Tärnaby, keken ’s middags nog wat rond in buurdorp Hemavan en vertrokken eind van de middag naar Tärnamo, waar onze vrienden wonen – ver van de bewoonde wereld, in onze ogen. Het was niet zo eenvoudig te vinden, ten eerste omdat onze TomTom er geen raad mee wist en ten tweede omdat bij de weg die we op moesten geen bord met plaatsnaam stond. We gokten naar aanleiding van de kaart dat we op de goede weg reden en na zo’n 6 km rijden over een gravelweg kwam er ons zowaar een auto tegemoet. Marcel knipperde met zijn licht en zwaaide naar de andere auto. Gelukkig, die stopte in een grote stofwolk. Marcel vroeg of het de goede weg naar Tärnamo was. O, jullie gaan zeker op bezoek bij Bengt-Göran en Ruth zei de dame. Nou gewoon rechtdoor en bij de kruising rechtsaf. Over sociale controle gesproken….
Bengt-Göran en Ruth namen ons eerst mee op een autotochtje rond het meer Björkvatten (25 km) en daarna hebben we heerlijk gegeten. Onder het genot van een hapje en een drankje hield Tineke ondertussen werkoverleg met Ruth.

Iedereen daar rond dat meer beschouwt elkaar als `buren’ en heeft op de een of andere manier Samisch bloed. We hoorden allerlei wetenswaardigheden over de geschillen tussen Samen en de Zweedse staat – op financieel gebied, maar ook over grondrechten (visserij, jacht), discriminatie van de oorspronkelijke bevolking en onderlinge vetes. Erg interessant.

Zaterdag bezochten we dan de grenshandelsmarkt, dé happening van het jaar en iets heel anders dan de jaarmarkt van Pajala waarover we eerder schreven. Dus geen campingsmokings in fluor kleuren maar prachtige (streek)producten, veel Samische dingen, goede kwaliteit en lekker druk zonder dat het vervelend was. Het was heerlijk zonnig en warm, hoewel sommige mensen het daar toch wel té warm vonden. Tja, als je ook 8 maanden per jaar in de sneeuw zit, is die hitte wel even wennen.

We hadden de dag ervoor kennis gemaakt met Sune en Astrid Enoksson. Sune is een befaamd messenmaker. De Enokssons hadden ook een stand op de markt en Sune heeft ons een aantal prachtige, persoonlijke pareltjes laten zien die hij onder zijn kleding bewaarde. De messen zaten in een houder van rendierhoorn, ingelegd met goud, zilver, enz.

Schitterend vakwerk en bijzonder dat we dat te zien kregen.
Astrid droeg een Samische dracht en die mochten we ook fotograferen.

Eind van de middag maakten we kennis met andere vrienden van Ruth en Bengt-Göran uit Umeå die bij hen logeerden, en werden we opnieuw te eten gevraagd in Tärnamo. Daar waren ook nog weer andere vrienden en de man van dat stel had maar 1 grote liefde: jagen en vissen. Hij had rode forel (röding) en zalmforel (öring) meegenomen.

We zaten heerlijk buiten aan een lange tafel en keken prachtig uit over het meer.

De vrienden uit Umeå waren stomverbaasd dat een stel uit Nederland moeiteloos Zweedse klassiekers als Öppna landskap en Sjösala valsten gehore bracht. We hebben enorm gelachen.

 

 

 

 

 

 

Toen we ’s middags aankwamen, hadden we wel gezien dat er een zakje onder de autoruit van de mensen uit Umeå zat. Ach, dachten we, zeker iets wat ze niet moeten vergeten. Toen we ’s avonds laat wegreden begrepen we wat het was: een rendierpenis! Als geintje ertussen gestopt door de jager/visser. Nou, zeiden we gierend van de lach tegen elkaar, dat is weer eens wat anders voor in het blog…

De muggen waren (en zijn) inmiddels verdwenen. Iets wat we wel heel veel zagen en zien, zijn Noren. Er is vast geen Noor meer in Noorwegen, ze zitten allemaal hier. Tja, volgens een Noor die Marcel sprak, is het hier goedkoper en is het weer veel beter dan daar. Ook komen we zeer regelmatig Nederlanders tegen. We dachten eerst dat jullie zo enthousiast waren geworden door onze reisverhalen en ons achterna waren gereisd, want veel Nederlandse auto’s knipperen gezellig met hun lichten…

We zitten inmiddels alweer een stuk onder de Poolcirkel en dat is te merken ook. Het is niet meer 24 uur per dag licht, maar de dagen zijn nog wel een stuk langer dan in Nederland. Gelukkig maar dat wij niet aan de ramadan doen!

Momenteel zitten we in Vilhelmina, waar we de – tot nu toe – mooiste kampeerplek hebben: weer aan het water, dit keer zelfs met een eigen picknickbank. Ook ’s avonds vanuit bed is het uitzicht fantastisch.

Zaterdag was het heel warm en aan het eind van de middag ging het onweren en hagelen. En niet zo’n beetje ook, de hagelstenen waren zo groot als knikkers. Het leken wel pistoolschoten. We gingen nog wat boodschappen doen bij de Coop. We kwamen net uit de lift toen de stroom in die winkel uitviel. Een idioot gezicht. Gelukkig ging de stroom na een paar minuten weer aan.

Gisteren maakten we een lange tocht (140 km) over de zgn. Wildernisweg naar o.a. Trappstegsforsen (stroomversnelling in de vorm van traptredes),

 

 

 

 

 

 

een oude Samische kerkstad (Fatmomakke) en de (kale) bergen boven de boomgrens bij Stekenjokk.

Het was prachtig weer. We bekeken ergens nog een uitkijkpunt, althans, we zagen een bordje en probeerden dat te volgen. We kwamen steeds hoger en hoger op de berg via een gravelweggetje dat op een gegeven moment wel 20% omhoog ging, gelukkig dat we 4 aangedreven wielen hebben want het ging maar net. Uiteindelijk kwamen we bij windmolens. Niet het pad dat we hadden bedoeld, maar wel een prachtig uitzicht. Naar beneden was gelukkig minder eng dan naar boven en de auto hield zich prima.

Vandaag hebben we het rustig aan gedaan. Overdag wat werken voor IKEA en wat aan het blog doen en vanavond hebben we gegeten bij een winkel met streekproducten even buiten Vilhelmina, Bergmans Fisk Gårdsbutik. Heerlijk!

Morgen vertrekken we naar Östersund, waar we een paar dagen willen blijven.

Tenslotte willen we nog twee frustraties van lezers uit de wereld helpen:
In onze familie- en vriendenkring uitte iemand zijn frustratie dat na 3 jaar kweek zijn baard minder vol was dan die van Marcel na drie weken. Inmiddels is in Zweden via wetenschappelijk onderzoek bewezen dat er een causaal verband bestaat tussen het eten van bananen en baardgroei. Bij de proefpersoon die deelnam aan het onderzoek en die tenminste één banaan per dag consumeerde, is een significante baardgroei waargenomen. Bij de proefpersoon die geen bananen at, werd geen baardgroei geconstateerd.
Bron: Svenska Chiquitasällskapet

Zoals uit de reacties op het blog blijkt, is een enkeling gefrustreerd dat er hier in Zweden zoveel dieren in het wild op ons pad komen :-). Men is zelfs al blij als er in Nederland een (dode) wolf wordt gevonden! Maar naast muggen rendieren en elanden lopen er ook hier wolven rond, zoals je op onderstaande foto kunt zien. Bengt-Göran ziet ze ook een enkele keer, evenals  lynxen en veelvraten, en soms een beer.

 

 

 

Östersund, Grövelsjön, Älvdalen

Geplaatst op 7 augustus 2013

Vanuit Vilhelmina reden we op 30 juli zo´n 260 km zuidelijk over de E45 naar Östersund. Östersund ligt ongeveer in het midden van Zweden. Je kunt kiezen uit twee campings, wij kozen die op het eiland Frösön. De bezienswaardigheden op dat eiland hadden we een paar jaar geleden al `gedaan’, dus we hebben ons dit keer geconcentreerd op wat nieuwe dingen.

Het weer was redelijk en we hadden een ruime plaats. We brachten ’s middags een bezoek aan een enorme loppis (rommelmarkt) in Östersund en kochten voor een prikkie twee fatsoenlijke wijnglazen. We besloten weer eens te gaan barbecueën, maar helaas begon het net te gieten toen Marcel z’n flintastek erop had, dus hij moest onder een paraplu verder grillen.

De weersverwachting van het Zweedse KNMI is altijd vrij betrouwbaar en de volgende dagen zou het mooi zijn, dus we maakten ’s avonds de plannen op.

Woensdag keken we eerst even in Östersund, een grote stad. We moesten een nieuw vlaggetje hebben voor ons balkon thuis, dus op naar de vlaggenwinkel. In de grote winkelstraat lunchten we op een terras en ’s middags brachten we een bezoek aan twee oud-cursisten van Tineke, Hilde en Ruben in Revsund, 40 km verderop. Ze hebben twee jaar geleden een prachtige, grote pastorie gekocht en hebben daar nu een B&B (Revsunds Prästgård) en runnen een mediabedrijf. Erg leuk om te zien dat het ze goed gaat. Ook kochten we meteen hun boek (Ondertussen in Revsund van Uitgeverij Grenzenloos). Thuis aten we de restanten van de bbq van de dag ervoor op aangevuld met verse aardbeien.
Op 1 augustus gingen we naar Jamtli, Museum van het Jaar 2013. Dit is een openluchtmuseum met ook een heel groot tentoonstellingsgedeelte onder de grond.
Tineke was er meer dan 25 jaar geleden geweest, maar herkende er niets meer van. Het was prima weer. De huizen in het openluchtmuseum worden `bewoond’ door acteurs, die hun rol zeer serieus nemen.
Ze vertellen uitvoerig over de tijd waarin ze `leven’. Erg leuk om te zien. Het museum ging om 11 uur open, toen waren we er, en sloot om 17 uur, toen gingen we weer weg. Een dagvullend programma dus.

De dag erna was het weer prachtig weer en vertrokken we richting Åre [oore]. Eerst gingen we naar een merkwaardig museum, Mus-Olle [muus-oele], waar een fanatiekeling honderd jaar geleden meer dan 150.000 spullen bij elkaar heeft verzameld en daar een museum van heeft gemaakt. Vervolgens reden we naar Åre, 90 km naar het westen richting Noorwegen. Eerst onderweg lekker picknicken, daarna met de kabelbaan (cabines voor max. 60 personen) de berg op naar Åreskutan.

Het uitzicht was fantastisch en we aten boven in de zon lekker een ijsje. Ook keken we naar alle durfals die op mountainbikes de berg (1420 meter) afsjeesden.

Op de terugweg bekeken we de oude kerk van Åre nog en kocht Marcel bij de fabriekswinkel van outdoormerk Lundhags een nieuwe pet (die Tineke wél mooi vindt). Het Haglöfs fleecejack op de foto komt overigens van de mooie outdoorzaak Route 62 in Värmland (aan weg 62 bij Ekshärad).

Zaterdag zijn we vertrokken uit Östersund, op weg naar Grövelsjön in het noordwestelijkste puntje van de provincie Dalarna (klemtoon op eerste a). Dat was een lange rit met de caravan, 300 km, dus we zaten al om 7 uur in de auto.

In Grövelsjön is een `bergstation’ van de Zweedse Toeristenvereniging, een soort hostel, maar erg mooi gelegen, met een grote shop met alle benodigdheden voor bergwandelen en een uitstekend restaurant.

De meeste mensen gaan ergens naartoe om iets te bezoeken of iets te bekijken, maar wij gaan nog wel eens ergens heen om te eten. Zo zijn we in december nog een weekeindje naar Stockholm geweest voor een kerstbuffet. In Grövelsjön zijn we al meerdere malen geweest en het eten is er fantastisch. Men werkt uitsluitend met locale producten. Het uitzicht vanuit het restaurant is ook prachtig: je kijkt op de bergen naar Noorwegen. Jaren terug wilden we er eens een bootje huren om te gaan varen op het meer. Dat werd uiteindelijk een rondvlucht met een Cessna en toen zagen we die bergen, riviertjes, meren enz. vanuit de lucht. Prachtig.

Dit keer logeerden we natuurlijk niet in de hostel. Naast het bergstation bleek een plek waar je met de caravan kon staan, aan de stroom, en je kon gebruikmaken van het sanitair in bergstation. Bleken we met ons lidmaatschap van STF nog 100 kronen korting te krijgen ook! Ook op het eten kregen we korting. En dat eten was weer verrukkelijk. Tineke had er nog wel een dag willen blijven, maar we vertrokken zondag naar Älvdalen, 150 km zuidelijker.

Onderweg naar Grövelsjön moesten we maar liefst acht (8) keer stoppen voor rendieren op de weg. Terug van Grövelsjön naar Idre maar drie keer, maar de eerste keer was wel voor een heel groot mannetje met een enorm gewei. Imposant om te zien.

Ook moesten we stoppen voor `renmensen’: mensen die aan het oefenen zijn voor Vasaloppet, de grootste langlaufwedstrijd ter wereld, de eerste zondag van maart, van Sälen naar Mora, 90 km, ook hier in Dalarna.

Op weg naar Dalarna zagen we enorm veel gele kentekens. Op 50 auto´s waren er zeker 30 van Nederlanders. We vreesden op de camping in Älvdalen tussen de Nederlanders te komen te staan, maar dat viel reuze mee. Het is natuurlijk zo dat wij ook Nederlanders zijn en met een geel kenteken (althans op de auto) door Zweden toeren, en Visit Sweden en andere organisaties veel aan de promotie van Zweden doen, maar Nederlanders kunnen we thuis ook zien…

Marcel heeft overigens een nieuwe slogan ontwikkeld voor op de weg: 3 campers op een rij, graag een rijstrook erbij (sommige mensen met een camper rijden namelijk rustig 50 op een tweebaans snelweg, vandaar).

Marcel heeft in zijn vorige leven vaak op de camping van Älvdalen gestaan, welnu: daar was in 30 jaar weinig veranderd. Je hebt er nu wel vaste plaatsen met eigen stroompalen, maar het sanitair is nog precies zo als vroeger (en kan dus wel een facelift gebruiken). Maar ach, wat maakt het uit. We kozen een plek tegen de bosrand, erg mooi.

’s Middags reden we naar ons favoriete uitkijkpunt op Dåråberget. De servering was helaas wegens ziekte gesloten, maar het uitkijkpunt was uiteraard gewoon bereikbaar. Bij de 5eboom rechtsaf en dan 5 minuten het paadje volgen. Wel blijven stampen als je stilstaat, want er zijn een paar enorme mierenhopen.
Hierna reden we naar Navardalen, een mooie plek in het bos met ook een servering. Die was wel open.
Terug reden we via het stuwmeer bij Åsen. Het water stond enorm laag. Het heeft hier dit voorjaar ws. weer heel weinig geregend. In dat stuwmeer zit overigens normaal meer water dan in het hele Siljan-meer.

’s Avonds schrokken we ons echter een hoedje: om 22.30 was het pikdonker buiten. Zou onze zaklamp dan toch nog van pas komen deze vakantie?

De dag erna maakten we ons bekende tochtje door het bos naar Noppikoski. Het was goed weer, helaas konden we geen mooie picknickplek vinden en was er bij pleisterplaats Rosentorp maandag geen wienerbröd verkrijgbaar, maar dat maakte allemaal niet uit.
Marcel heeft in het veenmoeras (myr) nog gezocht naar hjortron, gele bergbraam.

 

 

 

 

 

 

Hij vond er welgeteld eentje! Wel plukte Tineke langs de weg bosbessen, frambozen en een enkel bosaardbeitje. Lekker hoor!

We haalden gerookte zalm bij Älvdalslax, die was helaas iets minder lekker dan we gewend zijn, maar het was al heel wat dat ze speciaal voor ons weer open gingen, ook al kwamen we 5 minuten na sluitingstijd.

’s Avonds maakte Tineke haar proefvertaling af, die ze daarna heeft opgestuurd (met dank aan Marcel voor het meelezen en de waardevolle opmerkingen). Begin september hoort ze of ze is toegelaten voor de intensieve cursus literair vertalen in Antwerpen, de eerste week van november.

Gisteren werkte Tineke wat voor IKEA in de bibliotheek van Älvdalen, want de wifi op de camping deed het niet. ’s Ochtends haalden we trouwens eerst drie dozen rivierkreeft, want vanavond is ons kreeftenfeest, en de beestjes moeten ruim 24 uur ontdooien. En speciaal voor Tinekes broer en voor onze kleinzoon: ’s middags zijn we weer worstjes wezen grillen bij een hutje in het bos/aan een meer. Een prachtig plekje, een van onze favorieten. Daarna reden we naar Mora om de verdere benodigdheden/versierselen voor het kreeftenfeest te halen (hoedjes, slabben, placemats, liedboekjes, kroondille, lampionnen, tafelpapier, wegwerpborden, -glazen e.d.), want hier in Älvdalen is dat nog niet allemaal verkrijgbaar, hoewel augustus de maand van de kreeftenfeesten is. Ook haalden we schnaps en een alcoholvrije wijn voor BOB.

Vanochtend hebben we de kreeft uit de koelkast gehaald en in de disselbak gelegd om verder te ontdooien, want de koelkast is te koud. Verder plukten we bloemen, haalden we verse aardbeien en gebak, en wordt de caravan in gereedheid gebracht voor ons bezoek. Helaas is er regen voorspeld, maar op het moment van schrijven, is het nog prachtig zonnig.

De natuur is inmiddels op z’n retour, d.w.z. je merkt dat de Zweedse zomer al vergevorderd is. Het gras is veelal niet meer sappig groen en bij sommige bomen zijn de eerste gele blaadjes al te zien. Overal bloeit de heide.

Ook wij moeten zo langzamerhand weer aan onze terugreis gaan denken. Aan alle goede dingen komt immers een einde. Daarom hebben we besloten om op 24 augustus ’s avonds de boot uit Trelleborg te nemen en dan zondag de 25e vanuit Travemünde weer naar huis te rijden.

Maar zover is het nog niet!

Vanavond eerst dus ons traditionele, jaarlijkse Zweedse kreeftenfeest met onze vrienden Karel en Annemieke, dit keer op Zweedse bodem, en morgen op naar Väsa, 5 km verderop, waar we een nacht mogen staan bij onze vriend Åke en we meteen onze derde en laatste fles Bokma gaan afleveren. Wellicht worden we weer uitgenodigd in zijn grillhut. Zo ja, dan volgt volgende keer vast een sappig verhaal  .

Vrijdag gaan we een paar dagen naar Åberga, in de buurt van Orsa, waar we de caravan bij onze vrienden Sara en Wietze mogen zetten. Volgens hen de camping met het mooiste uitzicht van Dalarna, en met verse eitjes. Zondag rijden we naar Värmland, naar Louis en Ria in Sunnemo, maandag overdag bezoeken we Tinekes neef met zijn gezin in Edebäck (ja, die van die outdoorshop) en maandagavond staat om 18 uur de maaltijd klaar bij onze vriendin Trudy. Handig, al die mensen die vlakbij elkaar wonen!

 

Als laatste: om de een of andere reden zijn niet al jullie reacties op het blog bij de berichten te lezen, maar zijn ze zichtbaar als je op het wolkje naast het bericht drukt. We vinden alle bijdragen erg leuk (ook financiële, maar da’s een ander verhaal :-). Ga zo door. Tot de volgende keer!

 

 

Tack och hej då [Takk o heej do] (Bedankt en tot ziens)!

Geplaatst op 18 augustus 2013

Als je een baard hebt, moet deze ook af en toe worden getrimd en omdat Marcel er graag verzorgd uitziet ging hij op zoek naar een baardtrimmer. Bij zijn favoriete winkel Clas Ohlson schafte hij een exemplaar aan en dat moest natuurlijk meteen worden ingewijd.

 

 

 

 

 

 

Toen we vorige week zondag op de camping van Älvdalen arriveerden, kregen we meteen al te horen dat we die donderdag weer moesten vertrekken omdat dan het jaarlijkse Motor- en Muziekfestival begon en alle plaatsen waren gereserveerd.


De dagen erna vulde de camping zich dan ook al met de mooiste raggarbilar (oude Amerikanen) en dito caravans. Het was een fraai gezicht.

Wij waren woensdagavond overigens niet de enigen die een (kreeften)feest hielden. We hoorden op meer plaatsen drankliederen de revue passeren.

Toen onze vrienden Karel en Annemieke woensdagmiddag kwamen, was het prachtig weer en dronken we buiten koffie/thee en aten we taartjes. Wij hadden gebak en aardbeien gehaald, maar zij ook! We kwamen dus niet om van de honger.

Vóór het eten bezochten we ook nog even het uitkijkpunt op Dåråberget, 10 minuten rijden vanaf de camping. Daarna begon het te regenen.

De caravan werd versierd, de tafel gedekt en het feest kon beginnen. Het eten van rivierkreeft is in Zweden altijd een heel ritueel, met hoedjes, slabbetjes, versieringen en schnaps – vis moet immers zwemmen.

Tijdens het nuttigen van de schnaps worden drankliederen gezongen. We hebben veel plezier gehad en het was leuk dit feest eens met Karel en Annemieke op Zweedse bodem te vieren.

Donderdag bezochten we eerst nog even de kunstnijverheidszaak in Älvdalen. We hoefden pas om 15 u van de camping af, maar onze buren, die vanaf donderdag onze plek hadden gereserveerd, stonden wat te drammen, dus we zijn wat eerder vertrokken.

Dit keer hoefden we niet ver te rijden met de hele equipage: 5 kilometer. We mochten een nacht bij Åke staan, de man bij wie wij al jaren ’s zomers een huis huren. Dit keer geen rokerige avond in de grillhut, maar we werden binnen uitgenodigd voor de fika (koffie met wat lekkers) en ook voor het eten ’s avonds. Binnen is bijzonder, omdat men bijna nooit  binnen wordt uitgenodigd. Misschien omdat Åkes vriendin Karin er ook was en we Åke en Karin twee jaar geleden een rondleiding hebben gegeven door de Amsterdamse rosse buurt tijdens hun tulpen-busreis naar Nederland. Hoe dan ook, omdat het de hele avond goot van de regen en veel Zweden toch buiten willen zitten, aten we in de zgn. slogbod, een soort overdekte schuilhut, aan 1 kant open.

Het was erg gezellig. We kregen zalm en ook die vis heeft bij Marcel en Åke zeer uitvoerig gezwommen. Na het avontuur in de grillhut een paar jaar terug, waarbij de heren ook flink hadden ingenomen, moest Tineke Marcel de heuvel op zien te krijgen naar onze stuga.

Dit keer stond de caravan onderaan het heuveltje – veel gemakkelijker! We hebben vreselijk gelachen.

 

 

 

We werden gewekt door het geluid van de sneeuwscooterrace op het water (echt waar!) als onderdeel van het Motor- en Muziekfestival. Ook kwam de boerin van de boerderij naast Åke kijken of haar koeien in de buurt waren, want ze was ze (weer eens) kwijt, maar wij hadden ze niet gezien.

Omdat we daar al zo vaak hadden gelogeerd, weten we precies waar alle bosbessen, frambozen, zwarte bessen, rode bessen en smultron staan, dus Tineke heeft uitvoerig geplukt. Heerlijk ’s ochtends in de yoghurt!

Na vertrek reden we richting Orsa, ca. 40 km.  Daar haalden we op advies van Åke bij een klein zaakje schoonmaakspul voor de buitenkant van de caravan. Onderweg reed Tineke op een groot parkeerterrein een paar rondjes met de caravan achter de auto.

Vooruit gaat wel, maar achteruit de bocht om is toch niet helemaal haar ding. Zij laat dat graag over aan Marcel.

Na nog wat boodschappen in Orsa kwamen we begin van de middag aan bij Sara en Wietze in Åberga, zo’n 10 km van Orsa. Zij zijn oud-cursisten van Tineke met wie we na hun emigratie naar Zweden contact hebben gehouden en die we al meerdere malen hebben bezocht. Ze hebben een prachtig huis met veel bijgebouwen, en hebben alles met veel liefde en toewijding de afgelopen 4 jaar verbouwd. Ook houden ze kippen – ons was dan ook verse eitjes bij het ontbijt toegezegd.

Sara is dol op koken en dat was te merken ook! Vrijdagavond aten we heerlijke lasagne en zaterdagavond een lekkere in wijn gemarineerde lamsbout. Alle groente (o.a. mangold) kwam uit eigen tuin. De eitjes ’s ochtends waren ook verrukkelijk – al had de haan van ons niet echt vanaf 4 uur hoeven kraaien. Maar ja, dat is ook het platteland!

De eerste avond zagen we vanaf de eettafel reeën buiten, de volgende ochtend zagen we ook vanuit bed een ree, maar het mooiste was nog wel de kraanvogels die in het weiland stonden te trompetteren. Zij zijn (ook) op weg naar het zuiden. De toegezegde eland is echter niet komen opdagen.

Helaas ontving Marcel het trieste bericht dat een goede kennis van hem was overleden. Zij en haar man brengen de zomer altijd door in Noorwegen en daar was de vrouw van het echtpaar die nacht gestorven. Marcel heeft meteen gebeld en zijn medeleven geuit.

Zaterdag draaiden we een wasje en namen we overdag een kijkje bij de zomerse bezigheden van Sara en Wietze. In de winter zijn zij fulltime vrijwilliger bij de schaatsvereniging, in de zomer zijn zij actief bij het Slijpsteenmuseum, waar Wietze op zaterdag met een groep mannen probeert het ambacht van slijpsteen maken niet verloren te laten gaan. Ze zitten buiten te bikken, te hakken, te schaven enz. alsof hun leven er vanaf hangt. Leuk om eens te zien!

Sara werkt ook voor het Slijpsteenmuseum, o.a. bij de historische wandeling, maar bemande nu een standje in het Kulturhus van Orsa, waar ze kurbitsmålningdemonstreerde (naïeve schilderkunst uit Dalarna). Bezige bijtjes dus.

Verder bezochten we een kleinschalige boerenmarkt in Orsa, picknickten we aan het Siljan in Garsås en maakten een tochtje via Rättvik en Skattungbyn weer terug naar Åberga.

Zondag na de koffie vertrokken we met het trekpaleis naar Sunnemo. We verlieten de provincie Dalarna met enige weemoed.

Via Malung kwamen we in Värmland, waar we hartelijk door Louis en Ria werden ontvangen. De caravan kon naast het huis staan en Marcel wist hem achteruit in een betrekkelijk klein gaatje te prikken, waarbij ook de schotel van de tv werd ontzien. Chapêau!

Ook daar kregen we heerlijk eten en hebben we gezellig zitten praten.

De volgende ochtend reden we eerst even naar Hagfors voor een paar boodschappen en vervolgens naar Gunnerud om een bezoek te brengen aan Tinekes neef en zijn vrouw, die daar een buitensportzaak runnen. Tussen de bedrijven door hebben we even bijgekletst en koffie gedronken in de zon.

Ook bekeken we natuurlijk het hele assortiment, maar kochten voor de verandering niets. We picknickten vervolgens in de zon, keken nog even rond in Sunne (de modezaak met mooie linnen kleding was er tot Tinekes spijt niet meer) en reden daarna naar onze vriendin Trudy, die samen met hond Indra In Lysvik aan het Frykenmeer woont.

Ook daar hebben we gezellig bijgepraat en heerlijk gegeten. We boffen toch maar met al die hartelijke vrienden en familie!

Vervolgens hebben we de route naar het zuiden wat omgelegd omdat we een mailtje kregen van onze vrienden Tom en Elisabeth, die een vakantiehuis hebben in de provincie Halland, met de vraag of we nog langskwamen.

We zijn daarom dinsdag alvast een stuk die kant op gereden. Onderweg wilden we ergens wat gebruiken bij een gästgiveri langs de weg. Die bleek niet alleen gesloten, je kon amper weer van het parkeerterrein afkomen met de caravan. Na veel zweten wist Marcel het voor elkaar te krijgen, maar het viel niet mee!

Om 16.30 arriveerden we op de camping van Ulricehamn – mooi gelegen aan het water. Het weer was niet zo fraai, dus we hebben de vele fietspaden maar gelaten voor wat ze waren. We bleven er twee nachten zodat we een dag konden besteden aan het bijwerken van de mail en Tineke nog wat kon werken.

Donderdag reisden we weer wat verder naar het zuiden, dit keer naar Ullared, niet ver van Halmstad en Varberg aan de Zweedse westkust. Daar is “de grootste toeristische attractie van Zweden”, warenhuis Gekås, dat al jaren op ons to-do lijstje stond.

Dit warenhuis is het grootste van Scandinavië, 35.000 m2 (5 voetbalvelden). Even wat feiten op een rijtje: er zijn 62 kassa’s, 6.700 winkelwagens, 5.000 mandjes, 3.000 parkeerplaatsen, waarvan 60 voor caravans+ auto, er is een hotel, een camping met shuttlebus en een hondencrèche.

Het was een hele belevenis om er eens binnen te kijken, maar we hoeven niet meteen morgen weer. De meeste mensen kwamen met volle winkelwagens naar buiten. Het is voor veel mensen een dagje uit.

Toen we eenmaal weer bij de auto waren, hebben we de stoeltjes neergezet en koffie/thee gedronken. Daarna reden we naar Tom en Elisabeth, een half uur daarvandaan. Nadat we eerst even verkeerd waren gereden en Marcel weer ergens lastig moest keren, kwamen we bij het gezellige blauwe vakantiehuis in Fegen aan. Na een rondleiding door huis en tuin, en een bezichtiging van onze caravan, ging de grill aan en hebben we lekker gegeten en gepraat.

Tom en Elisabeth wonen aan een meer. Toen we ’s avonds naar de caravan liepen was de maan heel mooi boven het meer te zien. Ook waren er vele sterren te zien omdat het al zo donker en onbewolkt was. Marcel heeft nog wat foto’s gemaakt van statief en we hebben nog even buiten staan kijken en praten.

Na het ontbijt en de koffie vertrokken we vrijdag naar Älmhult, in de provincie Småland [smoland], het hart van IKEA. Het was nog wel even een puzzel om de caravan weer de goede kant op te krijgen, Marcel moest ca. 150 meter achteruit en vervolgens de bocht om, maar we zijn weggekomen.

In Älmhult namen we onze intrek op de mooie camping aan het Möckeln-meer. We bleven vrijdag verder op de camping: wasje doen, mail bijwerken en ’s avonds hebben we een hapje gegeten in het restaurant van de camping.

Zaterdag regende het dat het goot, dus we hebben heerlijk uitgeslapen. Na douchen en ontbijten zijn we een tochtje gaan maken naar Kyrkö Mosse, een autokerkhof. Het was inmiddels droog en beslist niet koud. Een of andere autosloper heeft daar tijdens zijn leven tot in de jaren 80 in een stuk bos meer dan 100 autowrakken verzameld. Toen hij in 1990 het bos verliet, liet hij de wrakken achter en die worden t.z.t. één met de natuur. Een wonderlijk fenomeen.

Daarna reden we naar Markaryd, naar elandensafaripark Smålandet, waar we met onze eigen auto door een fraai stuk bos reden en inderdaad diverse elanden zagen.

Een beetje nep misschien, maar je kunt toch niet 3 maanden door Zweden crossen en geen elanden zien!

Terug in Älmhult deden we boodschappen en maakten we eten klaar. Verder hielden we ons bezig met het blog.

In de natuur is het wilgenroosje inmiddels uitgebloeid. Wel bloeien er overal mooie gele pluimen, gulden roede. Het weer is niet meer zo mooi zonnig als we gewend zijn. Je merkt dat het najaar in aantocht is. Het wordt kouder en wat natter. Tijd om terug te keren.
Over een week nemen we de boot naar Duitsland en is dit avontuur ten einde. We hebben enorm veel gezien en geleerd en kunnen de komende maanden teren op alle mooie ervaringen en vele foto’s.

Wat hebben we niet gedaan? Natuurgebieden als Sarek en Padjelanta bezocht, de westkust, dierentuin Kolmården, Öland, het concert + allsång van Kalle Moraeus, de theaterproductie Nils Holgersson van Västanå teater, dingen met muziek.

Wat zullen we gaan missen? Het buiten zijn, de caravan, het mooie weer, de vrijheid.

Wat hebben we gemist? Jullie uiteraard, Elstar appels, ons dekbed, onze eigen douche en het kunnen gebruiken van de wasmachine op het moment dat wij dat willen.

Komende week zien de plannen er als volgt uit: we kregen uit onverwachte hoek een etentje aangeboden en gaan nu op advies van smörgåsbordexpert Annemieke zondag smörgåsbord eten in Margretetorp, hier zo’n 100 km vandaan richting de westkust. Later die dag bekijken we de nieuwe IKEA vestiging. Maandag is Tineke overdag te gast en aan het werk bij enkele collega’s van IKEA, dinsdag vertrekken we naar Hammenhög, een dorpje naast Löderup, waar de caravan weer moet ingeleverd. Daar hebben we een kamer gehuurd in de hostel. De caravan moet immers worden schoongemaakt en leeggehaald, en uiterlijk zaterdag weer worden ingeleverd. Verder moeten we nog een boek ophalen in Ystad en spullen inleveren bij de loppis (rommelmarkt). Niet alles gaat immers mee terug naar Nederland. Donderdagavond eten we nog bij Pernilla, net als de dag na aankomst, en dan is het toch echt einde oefening…

Jullie allemaal hartelijk bedankt voor het meereizen via het blog en de vele leuke en positieve reacties. Het ga jullie goed en tot ziens!

En wij? Wij hebben zo’n actieve tijd gehad, nu zijn we toe aan vakantie…

Hartelijke sabbatcialgroeten,
Marcel en Tineke

Let op: ons Zweedse nummer wordt zaterdag 24 augustus om ca. 19.30 uur uitgeschakeld. Daarna zijn we vanaf zondagmiddag weer bereikbaar op onze normale 06-nummers of gewoon thuis.

 

'

Zwedenreis Tineke en Marcel 2013

Naar het hoge noorden en weer terug

 

 

Vlak voor vertrek

Geplaatst op  29 mei 2013

Als je terug wilt naar de homepage, klik dan hier Als je op deze pagina terecht gekomen bent via een mailtje, zonder het wachtwoord (sleurvilla) in te vullen, dan moet je dat alsnog doen als je verder wilt kijken op de site. Omdat je in de mailinglijst van het blog staat, krijg je deze mail.

Een aantal van jullie heeft schriftelijk gereageerd met het verzoek op de lijst geplaatst te worden. Anderen hebben dit mondeling gedaan. Mocht er onverhoopt iemand op de lijst gekomen zijn die dat niet wil, stuur dan even een mailtje aan: zweden2013@gmail.com en het betreffende adres zal dan z.s.m. uit het bestand gehaald worden.

We zijn nu bezig met de laatste lootjes. De meeste spullen staan al klaar in kratjes en kunnen zondagmorgen zo in de auto gezet worden. Op 3 juni komen we aan in Zweden en gaan we in Löderup de caravan halen. Daarna gaan we een paar dagen in de buurt van Löderup op een camping staan om alles even goed op de rails te krijgen. Mochten er problemen zijn, dan zitten we vlakbij de verhuurder van de caravan.